Deze code heeft de volgende definitie ten aanzien van reclame: Ieder aanprijzing van goederen, diensten of denkbeelden in het openbaar, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt met betrekking tot de afzender. Deze vorm van handelsreclame is dan ook gelijkgesteld tussen de burgers. De code is afkomstig van de Consumentenbond, Milieudefensie en de reclamebranche en is in de jaren negentig opgesteld. Deze partijen hebben door het opstellen van de code de verschillen tussen burger en consument weggenomen.
Haast alles kan dan ook beschouwd worden als reclame. Bewoners met een dergelijke sticker tegen ongeadresseerde reclame doelen hier meestal op hoeveelheid handelsreclame die verspreid wordt. De vraag is dan ook of alle deze bewoners met een sticker ook geen communicatie van de overheid willen ontvangen of van politieke partijen, kerken en scholen. Waarschijnlijk is hier nooit onderzoek naar gedaan. Door het invoeren van deze code wordt echter wel van één kant invloed uitgeoefend op in het vrije verkeer van communicatie uitwisselingen.
De stickers tegen ongeadresseerde reclame reiken dan ook verder en tasten de grondrechten aan. In een democratie is vrij verkeer van informatie noodzakelijk en natuurlijk vooral in verkiezingstijd. Overheid en politieke partijen moeten dan ook ongestoord contact kunnen leggen met de burgers en de stickers vormen in dat opzicht een belemmering voor het vrije informatieverkeer. Uiteraard hebben burgers de mogelijkheid om nee te zeggen, maar een nee sticker tegen reclame is niet een nee tegen al het papier.
De communicatie tussen overheid en burger wordt dan ook benadeeld. Er zou dan ook de mogelijkheid moeten bestaan om een meer specifieker nee te op de sticker te kunnen drukken. Er zal dan ook per situatie een onderscheid gemaakt moeten worden tussen de consument en de burger. Wellicht een idee voor de komende verkiezingscampagne?